Collectie
Op deze pagina zullen wij pogen een greep te doen uit onze collectie. Wilt u meer zien of weten? Klik dan door naar de individuele pagina’s van onze trams.
Amsterdamse Voertuigen

Mack-75
Dit Mack LMSW-53 voertuig is met de Canadese troepen naar Nederland gekomen aan het eind van de 2e wereldoorlog. Voor zover bekend is dit type tot 1943 gebouwd. Kort na de oorlog (jaartal onzeker, door tegensprekende bronnen) zijn 2 MACK LMSW’s door de Gemeente Amsterdam aangekocht, de Mack is nagenoeg origineel gelaten, inclusief de 160PK benzinemotor. Kenmerkend was de zware Krik op de voorbumper en de sleepkoppeling aan de achterzijde.

GVB 200
Autobus 200 reed van 1957 tot 1974 voor het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam, een opmerkelijk lange periode voor een autobus. De voertuigen uit de serie 200-224 stonden bekend om hun robuustheid en waren in vrijwel alle stadsdelen actief. In Amsterdam-West reden ze onder meer op de lijnen F en L. Daarnaast werden ze ingezet op de lijnen 14, 15 (vanaf 1965 de opvolger van E en F), 18 (opvolger van L), 20, 21 en 22. Tijdens de spits verzorgden ze bovendien ritten op de lijnen 45 en 47. In de laatste jaren van hun inzetgebied kwam daar ook Amsterdam-Noord bij.
Tijdens de grote revisie van 1961 tot 1965 kreeg ook bus 200 een vernieuwde blauw-witte kleurstelling: een donkerder blauwtint en een lichter dakgrijs. De verchroomde grille verdween daarbij. In deze uitvoering bleef de 200 rijden tot het einde van de winterdienst 1973/’74. Eind mei 1974 nam Amsterdam afscheid van dit bustype, dat voor talloze Amsterdammers van grote waarde is geweest. Op 7 april 1975 kreeg autobus 200 de status van museumbus.

GVB 301
De 301 is van grote historische waarde omdat het de allereerste standaardstadsbus van Nederland is. De bus komt voort uit een samenwerking tussen de vier grootste steden van het land, die met het oog op kostenbesparing een stadsbus willen ontwikkelen die voor alle vier de vervoersbedrijven geschikt is. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht schaffen de bus in grote aantallen aan, waarna ook andere steden volgen. Onder meer Groningen, Nijmegen en Maastricht stappen eveneens over op de standaardbus.
Voor Nederlandse begrippen rollen er bijzonder veel bussen van dit type van de band: meer dan 1.500 stuks. De eerste voertuigen verschijnen in 1966, de laatste in 1983. In de loop der jaren ondergaat de bus diverse verbeteringen, maar opzet en uiterlijk blijven vrijwel onveranderd. Daarmee is de standaardstadsbus van de eerste generatie een echt Nederlands succesverhaal – én een voertuig dat vandaag de dag nog steeds rondrijdt.